Lesbrief 9: Het leven in Kamp Westerbork.

 

Westerbork leek in veel opzichten op een kleine stad. Er was een ziekenhuis, een kraamafdeling, er waren laboratoria en er waren  apotheken. Verder werkten er 120 doktoren en nog ongeveer duizend andere werknemers. De leiding was in handen van Dr. F.M. Spanier. Daarnaast waren er een bejaardenhuis, een enorme moderne gaarkeuken*, een lagere school voor kinderen van 6 tot 14 jaar en een weeshuis. Ook werden er kerkdiensten gehouden. Er waren werkplaatsen waar schoenmakers, kleermakers, meubelmakers en boekbinders werkten en zelfs waren er slotenmakers, huisschilders, metselaars, timmerlieden, veeartsen, opticiens en hoveniers aan het werk. Het kamp kende een elektrotechnische dienst, een garage, een badhuis, een naaiatelier en een telefooncentrale.

 

’s Nachts waren mannen en vrouwen gescheiden, maar overdag golden binnen het kamp geen bewegingsbeperkingen. De dienstverlening ging zo ver dat er ook   tandartspraktijken, kappers, fotografen en een postdienst aanwezig waren. Er waren verschillende mogelijkheden om te sporten, waaronder boksen, touwtrekken en gymnastiek. Kampcommandant Gemmeker zelf zorgde voor vermaak in het kamp: er was een cabaret, een koor en een balletgezelschap.

 

Net als enkele andere doorgangskampen kende Westerbork zijn eigen geldeenheid.

 

Toiletartikelen, speelgoed en planten waren te koop in de kampwinkel. Men kende geen tekorten in het kamp, doordat de Nederlandse bestuurders voor regelmatige bevoorrading zorgden en doordat Gemmeker kon beschikken over de opbrengsten

van in beslag genomen joodse bezittingen.

 

Wie nu mocht denken dat het bestaan in het kamp een soort lustoord was, moet niet vergeten dat iedere bewoner voortdurend met de dood werd bedreigd.

 

 

                                    

 

                                                                     Aankomst in Westerbork                                                      Vertrek uit Westerbork

  

Angst voor de dood overheerste Westerbork en bepaalde het gedrag van veel gevangenen. Hoewel men niet precies de bestemming van de transporten kende, was men zich maar al te zeer bewust dat de Duitsers met de gedeporteerden weinig goeds van plan waren. Telkens als het weer dinsdag werd, overviel elke gevangene de angst voor een mogelijke deportatie.

 

Maar liefs 101.525 van de 107.000 Nederlandse Joden die naar het oosten zijn weggevoerd, werden eerst in Westerbork gevangen gezet:  41.156 mannen, 45.867 vrouwen en 14.502 kinderen. Meer dan 95% van degenen die uit het kamp zijn gedeporteerd, zijn omgekomen.

 

De meesten die in Westerbork arriveerden bleven maar één of twee weken in het kamp en werden dan doorgestuurd met de treinen naar het oosten. Dit ondanks pogingen van de joodse kampleiding om mensen te behoeden voor deportatie, door hun allerlei baantjes in het kamp te geven.

 

Joden die van onderduikadressen waren afgehaald, werden aangemerkt als joodse dwangarbeiders. Zij werden ondergebracht in een strafblok: barak 67.In tegenstelling tot de andere kampbewoners mochten zij niet hun eigen kleren aanhouden maar zij moesten blauwe overalls dragen en houten klompen. Zowel van de mannen als de vrouwen in het strafblok werd het haar afgeschoren, zij kregen geen zeep, hun voedselrantsoen was beperkt en ze moesten, als straf voor hun onderduiken, onder de zwaarste omstandigheden dwangarbeid verrichten.

 

 

 

 

Een groep joodse toneelspelers in Kamp Westerbork.

 

 

  

 

Joods cabaret (met Jodenster) op het toneel in Kamp Westerbork.

 

 

Vragen, opdrachten en websites bij ‘Lesbrief 9’.

 

1.                     Vragen

 

Vraag 1:         Waarom werd Kamp Westerbork met een kleine stad            vergeleken.

 

Vraag 2:         Wat is een gaarkeuken?

 

Vraag 3:         Hoe probeerde de joodse kampleiding om mensen langer gezond te houden in het kamp?

 

Vraag 4:         Waarom zou de kampcommandant het belangrijk hebben gevonden dat er cabaret- en toneelvoorstellingen in het kamp werden gespeeld.

 

Vraag 5:         Wat is een onderduikadres?

 

 

2.                  Opdrachten

 

Opdracht 1:  Lees de bijlage: “Fragmenten uit het dagboek van een Joods 

                     onderduikertje”  (Bijlage 1.)

 

Opdracht 2:   Zoek in het woordenboek op wat ‘deportatie’ betekent.

 

 

3.                    Websites

 

*                   http://nl.wiktionary.org/wiki/gaarkeuken     of

 

                     http://nl.wikipedia.org/wiki/Gaarkeuken_(eetgelegenheid)